U bent hier

Woongroep van ouderen

Woongemeenschap

In een woongemeenschap leven de bewoners echt samen. Behalve de slaapkamers en eventueel de badkamer, zijn alle ruimtes gemeenschappelijk. In een woongemeenschap voor ouderen kunnen de bewoners altijd rekenen op iemand die voor hen klaar staat. Die begeleiding kan zowel door professionelen als door vrijwilligers geboden worden.

Vaak is er een levensvisie die de bewoners in een woongemeenschap bindt: religie, ecologie of solidariteit. Als je nauw samenleeft, moet je veel rekening houden met elkaars smaken en voorkeuren en moet je dus erg flexibel zijn. We stellen hier twee varianten voor: de woongroep van ouderen en de leefgemeenschap van zusters of paters. In principe zijn er andere varianten mogelijk, bijvoorbeeld een commune voor mensen met eenzelfde sociaal, maatschappelijk of ideologisch ideaal.

Woongroep van ouderen

Een woongroep van ouderen is vaak een initiatief van een OCMW, huisvestingsmaatschappij, zorgaanbieder of sociale organisatie. Je kan zo’n woongroep vergelijken met een studentenhuis, maar dan als oplossing voor ouderen en voor een langere termijn. Het is een zeer bewuste keuze en vraagt een grote betrokkenheid. Meestal gaat het om een eerder kleine groep van drie tot vijf ouderen waarbij deze woonvorm deel uitmaakt van een ruimer aanbod van wonen en zorg.

Het vertrekpunt van een woongroep is dat de ouderen samenleven en voor elkaar zorgen. Iedere bewoner heeft een eigen slaapkamer die hij zelf kan inrichten met eigen meubels en spullen. Sommigen hebben hun eigen tv. Alle andere ruimtes zoals leefkamer, eetkamer, keuken, badkamer en sanitair zijn gemeenschappelijk. Die ruimtes worden vaak in onderling overleg ingericht.

De bewoners helpen elkaar om inkopen te doen, te koken, het huishouden te doen, enzovoort. Ze eten samen, kijken samen tv en brengen veel tijd door met elkaar. Als iemand ziek is, zullen ze voor elkaar bijspringen. Persoonlijke verzorging of medische zorgen verstrekken ze echter niet. En als iemand langdurig ziek wordt of een fysieke beperking krijgt, wordt hulp van buitenaf gezocht.

Om samen te leven in een woongroep, moet je openstaan voor anderen. De basisprincipes zijn verdraagzaamheid en solidariteit, en goede afspraken. Veel groepen krijgen daarbij steun van een vrijwilliger of van een professionele begeleider van de inrichtende organisatie. Zij komen regelmatig langs en staan in voor de dagelijkse omkadering, zowel voor elke individuele bewoner als voor de groep. Uiteraard kunnen ze altijd een handje helpen, maar veelal beperken ze zich tot het maken van afspraken, oplossingen suggereren en indien nodig bij te sturen. Zij waken er eveneens over dat de bewoners het samenwonen en leven waardevol beleven.