U bent hier

Structurele oplossingen en vooroordelen ontkrachten

Intersectorale netwerkdag met een sterke roep naar beleidsaanbevelingen

Het cahier Veerkracht in coronatijden bundelt getuigenissen en good practices, maar ook structurele problemen in Brussel die corona heeft blootgelegd. Zo is er ook in tijden van telewerk grote vraag naar ontmoeting. We boden een Zoom-antwoord op die vraag tijdens onze online intersectorale netwerkdag ‘Ontmoeting centraal’ op 20 oktober 2020. We brachten verslag uit over het coronacahier, stelden een boek voor, en formuleerden concrete acties om coronaproblemen op te lossen.  

Special guests Guy Malfait en Francine van Beneden werkten samen aan 'Aan de onderkant ligt de lat altijd hoger', een boek dat een concrete inkijk biedt in armoede. “Het is een verhalenboek met getuigenissen van mensen in armoede”, aldus Francine. Het boek is ontstaan omdat er veel vooroordelen zijn over armoede: in de media, bij burgers, zelfs bij maatschappelijk werkers. “Iedereen heeft vooroordelen, we hoeven ons daar niet voor te schamen, we moeten er juist mee aan de slag gaan.” Dat hebben de auteurs van het boek dan ook gedaan. Er werd geluisterd naar onderzoekers, vrijwilligers, mensen in het werkveld, maar vooral naar mensen in armoede. “Er wordt vaak gepraat over mensen in armoede, maar niet mét die mensen. Wij hebben nu een berg aan kennis samengebracht.”

“Iedereen heeft vooroordelen over armoede. We hoeven ons daarvoor niet te schamen, maar we moeten ermee aan de slag gaan.”

Dankzij die kruisbestuiving van kennis kwamen Francine en Guy tot een vijftigtal vooroordelen in verschillende thema’s: huisvesting, onderwijs, gezondheid, en meer. “Die hebben we gebundeld in verschillende personages: niet alleen mensen in armoede, maar ook een vrijwilliger bijvoorbeeld die wordt geconfronteerd met zijn eigen vooroordelen”, legde Francine uit. Daarnaast werd ook een website gemaakt, waar je vooral cijfermateriaal en resultaten uit onderzoeken kan vinden. “We leven nu eenmaal in een tijd waarin er overal cijfers zijn. Zonder cijfers word je niet geloofd.” Met het boek en de website hopen Francine en Guy de vooroordelen rond armoede te ontkrachten.

Coronacahier

 “14 maart 2020. Lockdown. Een aantal organisaties kwam in de frontlinie terecht: de woonzorgcentra, maar ook eerstelijnshulp in welzijn en zorg”. Zo leidde Els Nolf het cahier ‘Veerkracht in coronatijden’ in, dat ze omschreef als ‘een tijdsdocument van een bizarre periode’. Het doel van het cahier was om getuigenissen te verzamelen van organisaties, hoe ze hun werking hebben omgeschakeld om de coronacrisis strijdvaardig tegemoet te komen. “Er bleek plots een soort hongersnood in Brussel, en er ontstonden snel ook noodhulpinitiatieven”, aldus Els.

Een mooi voorbeeld horen we van Zaila, straathoekwerkster bij Diogenes en CAW Brussel. Zij getuigde in het coronacahier over samenwerkingen met hotels om thuislozen een dak boven hun hoofd te geven. Ook de vroedvrouwen van Zwanger in Brussel konden fijn samenwerken met het commerciële circuit. “Typisch voor die periode waren samenwerkingen tussen burgers, overheid en het middenveld, en daar was men vaak tevreden over.”

Samenwerking als troef

Lang niet alles was rozengeur en maneschijn tijdens de coronacrisis, integendeel. “Hoe hartverwarmend de noodhulp ook is, noodhulp is geen structurele hulp”, benadrukte Els. We werden geconfronteerd met structurele problemen. Zo bleek de digitale kloof groter dan gedacht. Die was er natuurlijk al, maar zelfs zorgverleners waren verbaasd over hoe groot de kloof is. Aangezien de hele wereld plots digitaal ging, werd de tegenstelling alleen maar groter. En wat met de corona-app bijvoorbeeld? Heel veel mensen weten niet hoe een smartphone werkt. “We moeten aan de slag gaan met die digitale kloof. In het cahier staan er aantal voorbeelden van hoe we dat kunnen doen”. 

Verder moesten welzijn en zorg tijdens de coronacrisis ferm inboeten aan toegankelijkheid. “Lokale dienstencentra moesten sluiten, terwijl nabijheid juist hun missie is.” Er was ook weinig aandacht voor geestelijke gezondheid. Nog een prangend probleem: zorgverleners botsten tegen hun limieten. “Ze zitten op hun tandvlees. Keihard werken in moeilijke omstandigheden”.

“Hoe hartverwarmend de noodhulp ook is, noodhulp is geen structurele hulp”

Het coronacahier schreeuwt de vraag naar structurele oplossingen. “Wat wel werkte, startte vanuit een goed lokaal netwerk. Community care in wijken en buurten is even belangrijk als intensive care in de ziekenhuizen”, geeft Tinne van de Sande (Koning Boudewijnstichting) in het cahier aan. Professionals zien heil in samenwerkingen tussen welzijn en zorg, maar ook met andere domeinen. In het cahier wordt bijvoorbeeld de vraag gesteld naar samenwerkingen tussen welzijn en onderwijs, en zelfs welzijn en cultuur. Ook voor burgerinitiatieven moeten we aandachtig zijn, want die zijn in crisissen als deze enorm belangrijk. Ten slotte moeten we ook onze signalen bundelen. Dat hebben we op deze intersectorale netwerkdag kunnen doen tijdens de brainstormsessies.

Coördinatie vanuit het beleid

Nadat wij onze signalen gebundeld hebben, is het aan beleidsmakers om meer gestructureerd en coördinerend te werk te gaan. Alleen dan kunnen we werken aan structurele verbetering. Brussel loopt over van zorg- en welzijnsorganisaties, burgerinitiatieven en eerstelijnshulp. Maar waar vinden we een overzicht? Dat was een bekommernis die we hoorden tijdens onze brainstormsessies.

Nog zo’n kopzorg, zeker in tijden van corona, is de communicatie naar kwetsbare groepen. Wat met belangrijke informatie zoals de lockdownmaatregelen en hygiënevoorschriften? Die bereikt lang niet iedereen via het formele circuit. We vragen van de overheid dat er wordt ingezet op informele informatie via Brusselse netwerken. Communiceer bijvoorbeeld via invloedrijke personen in gemeenschappen, en erken het belang van niet-geschreven communicatie. We suggereren ook om samenwerkingen aan te gaan met de cultuursector om de communicatie te bevorderen. Laat bijvoorbeeld richtlijnen omzetten in beeldmateriaal door een cultuurorganisatie.

Ook het personeel in zorg en welzijn kreeg de nodige aandacht tijdens de brainstormsessies, want zonder personeel kunnen zorg en welzijn niet bestaan. Van professionals in de eerstelijnszorg wordt veel verwacht, patiënten en zorgvragers bellen immers met al hun vragen. Tijdens de coronacrisis namen zorgverleners aan de frontlijn het moedig op tegen het virus, en dat vroeg een grote flexibiliteit van personeel. Voor die flexibiliteit heeft men recht op een compensatie in de vorm van verlof. Ook psychologisch is de crisis loodzwaar voor de sector. Een verlofperiode moet dus ook mentale recuperatie toelaten, want dat is nu vaak niet het geval.

Ook het bekende oude zeer stak de kop op: er is meer personeel nodig. “We proberen te blijven rechtstaan” zei een van de deelnemers aan de ideeënstroom. Hoe kan je oplossingsgericht werken terwijl je overrompeld wordt door werk? Kunnen we bijvoorbeeld zelfstandigen aanspreken die nu tijdelijk werkloos zijn?

Community care

We haalden het eerder al aan, maar we benadrukken graag nog eens het belang van lokale netwerken en buurtgerichte zorg. Maar ook daar is regie van de overheid nodig. Tijdens onze ideeënstroom kwamen we met een aantal aandachtspunten op de proppen in het kader van community care. We moeten bijvoorbeeld burgerinitiatieven beter zichtbaar maken bij eerstelijnswerkers én bij de gemeenschap. Dat kan via een centraal aanspreekpunt per wijk. Ook een vlottere doorstroom van informatie tussen welzijnswerk en gezondheidszorg is cruciaal voor hechtere lokale netwerken.

Verder hadden we het tijdens de brainstorms over sociale contacten. Ze zijn een motor voor ons welzijn en onlosmakelijk verbonden met buurtgerichte zorg, ook tijdens corona. Kunnen we inzetten op bubbels binnen lokale netwerken, zodat mensen niet in eenzaamheid worden? Een mobiele ontmoetings- en belevingsruimte of een babbelbubbel in een COVID-vrije ruimte, bijvoorbeeld. Ook daar is natuurlijk coördinatie vanuit het beleid nodig.

Wat kunnen we zelf doen?

We verzamelden een aantal concrete actiepunten die we zelf in werking kunnen stellen.

(afbeelding 1)

(afbeelding 2)

Nood aan een sterk beleid

We besluiten onze intersectorale netwerkdag met een sterke roep naar beleidsaanbevelingen. We streven naar intensievere samenwerkingen tussen welzijn en gezondheid, maar ook onderwijs en cultuur. Lokale netwerken zijn cruciaal om de gevolgen van de coronacrisis én andere structurele problemen op te vangen, maar er is meer coördinatie nodig tussen verschillende actoren op wijkniveau. Burgerinitiatieven moeten beter kenbaar gemaakt worden via een centraal aanspreekpunt en er is nood aan informele communicatie die élke gemeenschap bereikt. Voor dat alles moeten we inzetten op het personeelstekort, want mensen zijn de motor van de zorg- en welzijnssector.

Contact 
els.nolf@kenniscentrumwwz.be

Els legt verbanden tussen organisaties en sectoren, ondersteunt welzijnswerkers via intervisie en casussen, bijvoorbeeld in de groep Bruggenbouwer. Momenteel gaat er veel aandacht naar ondersteuning in het kader van de huidige personeelskrapte (Project Op Niveau). Ze ondersteunt ook o.a. het platform 'Regio-overleg Thuislozen Brussel". Dankzij de contacten op het terrein, heeft ze een schakelfunctie tussen het werkveld en het beleidsvoorbereidende werk van Kenniscentrum WWZ.

Downloads 
Lees ook 
cover cahier 14

Dit cahier is een tijdsdocument, een getuigenis uit het voorjaar van 2020. Elk verhaal getuigt van grote veerkracht, maar ook van dieperliggende...

Kennis
Welzijn
Zorg

Het kenniscentrum zet in op duurzaam intersectoraal samenwerken met begeleiding, een community; bruggenbouwers, kijkstages...

Welzijn
Zorg