U bent hier

'Zorgen kan je niet in strakke kaders'

Bruggenbouwers feesten buiten de lijntjes

"Empathie, muren slopen, uit de ivoren toren komen en bruggen bouwen." Dat was de samenvatting van het panelgesprek tijdens de viering van 10 jaar Bruggenbouwers. Niet alleen gaf het kort maar krachtig weer wat er dient te gebeuren. Het geeft eveneens de krachtlijnen van de eerste tien jaar perfect weer. En daar hebben de Bruggenbouwers zin in. Alle handen gingen in de lucht na de vraag: "Wie wil er nog tien jaar bijdoen?"

Bruggen bouwen vraagt tijd. In Antwerpen spreken ze al sinds 1995 over de Oosterweelverbinding en het werk is nog niet af. Het gaat dan ook over een hoop beton die ingrijpende wijzigingen meebrengt. In Brussel bouwen ze al tien jaar bruggen. Weliswaar zonder beton maar toch hebben deze bruggen eveneens hun impact. De intersectorale netwerker brengt al tien jaar werkers uit de brede welzijnssector samen met een aantal concrete resultaten van samenwerking en betere werking. Het leidde tot effectieve hulpverlening, maar ook kennisdeling en netwerken zorgen verhoogden de kwaliteit.

"Samen zorg je voor een hechter vangnet. Bij elkaar kan je altijd inspiratie opdoen", erkende Elke Van den Brandt, VGC-collegelid bevoegd voor welzijn, het werk van de Bruggenbouwers. "Helaas zijn het geen gemakkelijke tijden en welzijn wordt niet altijd voldoende ondersteunt. Dan is het zeker zinvol om over het muurtje te kijken, energie bij elkaar te halen en samen naar oplossingen te zoeken." Ze voegde de daad bij het woord en ze opende de deuren van haar kabinet voor meer dan tachtig geïnteresseerden voor de Bruggenbouwer Meer Up.

"Dit is een fantastisch netwerk", leidde Els Nolf, de intersectorale netwerker van het Kenniscentrum WWZ, de dag in. "Toen ik de rol overnam van mijn collega zei ze me:' Els, maak het niet te formeel. Zorgen kan je niet in strakke kaders.' Maar hoe gaan we om met "hokjes" in de hulpverlening?  Kunnen we de hokjes openbreken? Kunnen hokjes ook nuttig zijn? Hoe doe je dat 'buiten de lijntjes kleuren?' Hoe kleur je over (taal)gemeenschappen heen? Hoe creatief en vrij zijn we bij het interpreteren van regels (de zogenaamde 'discretionaire ruimte)?

"Je kleurt buiten de lijntjes wanneer het nodig is om het welzijn van de cliënt te versterken"

Vijf Bruggenbouwers namen plaats voor een panelgesprek over deze vragen. "We werken vanuit de nabijheid. Je kleurt buiten de lijntjes wanneer het nodig is om het welzijn van de cliënt te versterken", vertelde Tom Van Vlierberghe van CAW Brussel. Wim Haeck van het Gentse ontmoetingshuis Villa Voortman beaamde dit. "Ik werkte ooit in een ziekenhuis. Daar telden we op een mooie dag eens de regels. Het waren er meer dan 300! In onze villa hebben we er twee: geen geweld en geen gebruik. En deze regels interpreteren we nog elastisch." De soepele benadering zorgt vaak voor betere oplossingen. Maar niet in elke situatie heb je die vrijheid, vertelde dr. Geertje Steegen, psychiater in het Brugmann ziekenhuis. "We werken met gedwongen opnames. Dat lijkt duidelijk. Toch zijn er ook bij ons lijntjes te verleggen." De overheid wil het aantal opnames afbouwen en de patiënten terug in de maatschappij brengen. "Dat klinkt allemaal mooi. Maar een mobiel team zoeken is niet eenvoudig. Onze patiënten hebben geen hulpvraag, ze zijn gedwongen opgenomen. En soms is het gevaarlijk. Het vervangt niet wat er is afgebouwd." De panelleden zien dan ook een politiserende rol in het tegen de lijntjes duwen om zo het beleid in beweging te krijgen.

De wetgeving maakt het werk en het samenwerken er niet gemakkelijker op. Vooral de nieuwe Europese privacywetgeving zorgt voor hindernissen. "Voor een hospitalisatieverslag moet een psychotisch patiënt zelf bellen", haalde Steegen een voorbeeld aan. "Ik begrijp de logica, maar het maakt het niet gemakkelijk. Hoewel ik begrijp dat je voorzichtig moet zijn." "Het is zoeken naar een evenwicht", vertelde Vincent Carrière van Passerelles. "Het juridische is belangrijk, maar de dienstverlening ook."

Vlaamse regelneven en knuffelende Franstaligen

De Bruggenbouwers proberen niet alleen bruggen te bouwen tussen de verschillende sectoren, ze doen dit ook tussen de verschillende gemeenschappen, die toch elk hun eigen aanpak hebben. "Er zijn culturele verschillen", vond Steegen. "In Vlaanderen zijn er regels en is alles duidelijker. Bij de Franstaligen is het gemoedelijker. Je krijgt er eens een knuffel en wordt wat buiten de regels gegaan. Maar ik vind het zalig in die twee werelden te kunnen werken." Dat was ook de mening van Van Vlierberghe: "Belangrijk is dat we een Brussels verhaal schrijven, waar we met een aantal gemeenschappen en sectoren samenwerken."

"Brussel is een knooppunt, waar je telkens weer een kruisbestuiving krijgt", vertelde Chris Van Wesemael van Hubbie. "Door de Bruggenbouwer gaat het wel gemakkelijker. Het heeft dingen in beweging gebracht en leidde tot samenwerkingen op concreet niveau, zoals onze cliëntbegeleidingen. Ook gaf Bruggenbouwer een aanzet bij nieuwe regelgevingen zoals de Rechtstreeks Toegankelijke Hulp. In plaats van ons allemaal op hetzelfde te focussen, gingen we kijken wie waar kon op inzetten." Een ander voorbeeld is de aanpak bij Housing First waar CAW Brussel samenwerkt met de huisvestingssector en de sector geestelijke gezondheidszorg.

"Brussel is een knooppunt, waar je telkens weer een kruisbestuiving krijgt"

De strakke kaders kwamen opnieuw aanbod in het voorbeeld van een nieuw OCMW-loket, waar de hulpvragers aan een balie staan, wat het voor de hulpverlener niet gemakkelijk maakt. "Gelukkig is dit aan het veranderen", wist Carrière. "De aanpak is geschiedkundig zo gegroeid, maar je moet ook rekening houden met de kwetsbaarheid van je cliënt." En dan is een balie vaak een extra drempel. "Wij stellen onze medewerkers een aantal uren per week vrij om aan begeleiding te doen", vertelde Van Wesemael over de aanpak bij Hubbie. "Het is belangrijk de cliënt op zijn maat op weg te helpen." 

Op naar het tweede decennium

"Wie wil er nog tien jaar verderdoen met de Bruggenbouwer", vroeg moderator Veerle Leroy van het Kenniscentrum WWZ. Alle handen in de lucht. "We moeten elkaar blijven kennen", was ook het oordeel van Van Wesemael, die er wel een kanttekening bij plaatste. "Er zijn al zoveel samenwerkingen dat soms het maximum is bereikt." Steegen waarschuwde ervoor niet te vervallen in woorden zonder daden. "Soms ben ik het overleg even beu en denk ik 'Doe iets!' Neem je telefoon en ga aan de slag. Het overleg kan erna nog komen." Haeck bleef er goede kanten in zien. "Netwerken blijft belangrijk, al is het maar om te delen in je onmacht die je soms hebt." "Er zijn zovele mooie initiatieven", besloot Van Vlierberghe. Laat ons de kracht van het kleinschalig werken vanuit verschillende teams meenemen om het beleid verder te ondersteunen.

Bekijk het panelgesprek van de Bruggenbouwer3.0
Bekijk het panelgesprek van de Bruggenbouwer3.0
Contact 
els.nolf@kenniscentrumwwz.be

Els legt verbanden tussen organisaties en sectoren, ondersteunt welzijnswerkers via intervisie en casussen, bijvoorbeeld in de groep Bruggenbouwer. Momenteel gaat er veel aandacht naar ondersteuning in het kader van de huidige personeelskrapte (Project Op Niveau). Ze ondersteunt ook o.a. het platform 'Regio-overleg Thuislozen Brussel". Dankzij de contacten op het terrein, heeft ze een schakelfunctie tussen het werkveld en het beleidsvoorbereidende werk van Kenniscentrum WWZ.

Lees ook 

Het kenniscentrum zet in op duurzaam intersectoraal samenwerken met begeleiding, een community; bruggenbouwers, kijkstages...

Welzijn
Zorg
cover cahier

Hoe komt een kwalitatieve samenwerking tot stand? Welke vuistregels leiden tot een positief verhaal? Welke modellen bestaan er?

Welzijn
Zorg