Inge: “Ik werk met kinderen met een licht verstandelijke beperking of gedrags- en emotionele stoornissen. Die kunnen hun gevoelens vaak moeilijk onder woorden brengen of beheersen, en uiten zich dan door agressie, huilen en roepen, of door zichzelf of anderen pijn te doen. Bij sommige kinderen in de IBO’s merk ik ook zo’n gedrag. Via het systeem van de Rechtstreeks Toegankelijke Hulp kunnen wij hen daarin begeleiden. Wij proberen die kinderen te tonen dat het normaal is dat je emoties voelt, iedereen kan wel eens boos worden. Maar je moet leren daar op een goede manier mee om te gaan. De meeste IBO’s hebben weinig ervaring met inclusie. Wij bieden aan om samen na te gaan welke kinderen extra zorg nodig hebben en stil te staan bij concrete knelpunten. Het is niet omdat een kind gedragsproblemen vertoont, dat het ook een beperking heeft. Ik ga vaak ter plekke om mee te draaien in het team en tips te geven. Soms kunnen kleine ingrepen een groot verschil maken, zoals wat meer structuur bieden, duidelijkheid scheppen, of een rustpunt geven. Als het nodig is, overleg ik ook met ouders. Ik merk dat de begeleiders opgetogen zijn dat ze er niet alleen voorstaan in hun inclusie-opdracht.”