Angélique “Waar je ook bent in Afrika, zal er altijd een mangoboom zijn met zijn vele voordelen. Hij zorgt voor schaduw, zijn vrucht stilt je honger en lest je dorst en zijn sterke stam zorgt voor steun. Hij staat voor het huis, langs de weg, heet je welkom aan de ingang van het dorp. Zijn schors gemengd met jonge peulen geneest je koorts en zijn hout verwarmt de toekomstige generaties. Daarom wordt er bij ons gezegd dat de Mangoboom altijd in bloei staat.”
Wie in een ander land woont, verandert stilaan zijn gewoontes en probeert zich aan te passen aan nieuwe normen. Zo is het typisch Belgisch dat je niet spontaan bij iemand op bezoek gaat. Je moet altijd eerst bellen, zelfs bij je ouders. Toen ik mijn zus bijvoorbeeld een keer vroeg waarom ze me nooit uitnodigde bij haar thuis, voelde ze zich beledigd en was ze erg boos. Want ik was altijd welkom bij haar, dat wist ik toch? Zij begreep zelfs niet dat ik die vraag durfde te stellen! Pas nadien besefte ik hoezeer ik de Belgische manier van doen had overgenomen. Bij ons is die vraag ongepast, terwijl ik die gewoonte blijkbaar verinnerlijkt had. Mijn familie leeft heel verspreid– in Brussel, Namen, Engeland, Congo - maar iedereen wist ervan! Ze was da taan iedereen gaan vertellen. Wie de gebruiken en gewoonten van anderen probeert te begrijpen, vergeet op den duur zichzelf! In de Mangoboom in Bloei spreken wij de ouderen van Congolese afkomst nog steeds aan als ‘mama’ of ‘papa’. Zo betonen we hen het respect waarvan ze ook in Congo genieten.
In 2007 en 2011 gaf De Mangoboom in Bloei het woord aan ouderen om hun migratieverhaal met elkaar te delen. Nadien hielden we ook een enquête, met opmerkelijke conclusies. Een van de belangrijke bevindingen was het probleem van gezondheid,en hoe men zijn leven kon voltooien in een noordelijk land waar de gebruiken en gewoonten zo verschillend zijn. Dit project ‘Elders ouder worden’ kreeg steun vande Koning Boudewijn Stichting. We deelden onze levensverhalen en vertelden elkaar hoe we tegen ons levenseinde aankijken. Een rode draad in elk toekomstbeeld was de hoop op een goede gezondheid en goede zorg. Daar zijn we nadien dieper op ingegaan. We nodigden een verpleegster uit die kwam praten over ziektes zoals diabetes, hoge bloeddruk, ouderdomsziektes, hiv/aids, seksueel overdraagbare aandoeningen, gezonde voeding, evenwichtsstoornissen … dat was heel leerrijk. De medische verzorging voor ouderen is in Congo zo goed als onbestaande, terwijl men beseft dat dat hier heel goed georganiseerd is, ongeacht wie je bent. Maar zorg gaat niet alleen over gezondheid. Dat gaat ook over goede huisvesting, welzijn, veiligheid, autonomie, voldoende inkomen, op anderen kunnen rekenen en in harmonie kunnen samenleven met zijn naasten.
In Afrikaanse dorpen bestaat nog veel onderlinge hulp en solidariteit. Hoe lang nog? Ouderen blijven er vaak thuis om op de kinderen te letten, terwijl de ouders op het veld gaan werken. Ouderen worden er, ongeacht of ze kinderen hebben of niet, niet aan hun lot overgelaten, en maaltijden worden gewoon gedeeld. In de steden ligt dat anders. Daar wordt het leven steeds moeilijker en veel mensen hebben er niet genoeg te eten. Het weinige dat ze hebben, geven ze eerder aan hun kinderen dan aan ouderen. Niet dat die van honger omkomen, maar de kinderen krijgen voorrang. In België is het nog anders. Hier kunnen we nauwelijks terugvallen op een sociaal netwerk, hier is veel eenzaamheid. Aansluiting vinden met de blanke gemeenschap is nooit eenvoudig of vanzelfsprekend.